Plantinstructie: Anemone Blanda
Anemoon Blanda planten
Grondsoort
Anemone blanda, blauwe anemoon of ook wel Griekse windbloemen genoemd, krijgen charmante madeliefachtige bloemen boven donkergroen gebladerte. Deze prachtige variëteiten, die geleidelijk de grond bedekken terwijl ze zichzelf zaaien, zullen in de late winter vroeg nectar leveren aan hongerige bestuivers. Perfect voor in de bostuin, want ze verwilderen graag onder bomen en struiken. Maar ook in een gemengde border naast andere vroege voorjaarsbollen voelen ze zich prima thuis. Probeer ze eens te combineren met narcissen en tulpen.
Plantinstructie
Plant ongeveer 5 tot 8 cm diep in humusrijke grond in de volle zon of halfschaduw - laat ongeveer 100 knollen per vierkante meter toe. Als de grond voor het planten erg droog is, laat de knollen dan ongeveer vier tot zes uur in lauw water weken en droog ze voor het planten. Geef elke paar weken een hoog kaliumhoudende voeding; vloeibaar zeewier is ideaal omdat het biologisch is en afkomstig is van een duurzame bron. Geef in de late zomer / vroege herfst een lichte mulch - vermijd het gebruik van te rijke mest of champignoncompost. Gebruik in plaats daarvan tuingrond of goed verteerde compost. Til na een paar jaar dichte bosjes op en verdeel ze om ze weer ruimte te geven om te bloeien.
Verzorging bij ontvangst
Pak de bollen altijd uit bij aankomst en bewaar ze op een koele plaats tot je ze gaat planten. Wees voorzichtig! Anemonen zijn giftig en kunnen schadelijk zijn voor katten en honden.
Mogelijke problemen, plagen en ziekten:
Rupsen: deze larven voeden zich met een breed scala aan plantmateriaal, waaronder wortels, stengels, bladeren en bloemen, en veroorzaken zowel esthetische als structurele schade. Trek indien mogelijk tuinhandschoenen aan en verwijder ze met de hand. Of bedek gevoelige planten met een laag tuinbouwvlies om elk risico op besmetting te voorkomen.
Aaltjes: deze microscopisch kleine plagen navigeren door plantenweefsels en voeden zich met cellen. Bladeren worden geel, vervormen en sterven voortijdig af, terwijl de groei kan worden belemmerd. Pas op voor tekenen van besmetting en vernietig elke aangetaste plant op het eerste gezicht. Gooi afgestorven plantmateriaal en puin vóór het groeiseizoen weg om elk risico op besmetting te voorkomen.
Slakken en slakken: dit ongedierte kauwt graag op jonge scheuten, stengels, bladeren en bloemen. Pas op voor schade!
Bladvlekken: deze bacteriële / schimmelziekten kunnen meestal worden gezien als roetachtige gezwellen of vlekken op de bladeren — deze worden geleidelijk bruin met een gele rand voordat ze uiteindelijk afsterven. Verwijder alle geïnfecteerde bladeren en gooi ze weg.
Echte meeldauw: deze schimmelziekte, meestal veroorzaakt door aanplant in de schaduw of door slechte luchtcirculatie, zijn te zien in de vorm van een witte, poederachtige laag op de bladeren. Snijd al het geïnfecteerde materiaal af en desinfecteer uw schaar daarna.